Pedagogisch project
en visie

Ga snel naar:

Visie

Ons onderwijs moet SUPER zijn, voor alle actoren die er deel van uitmaken.

Samen

Samen leren, samen werken, samen leven, SAMEN op weg

Onderwijs is niet iets van één leerkracht , een directeur , een leerling een ouder alleen.

Onderwijs  verwezenlijken wij samen , in dialoog .  Alle betrokken dragen bij om het onderwijsproces en de ontwikkeling van de leerlingen optimaal te laten verlopen. Hiervoor wordt er heel wat tijden ruimte vrijgemaakt om in overleg te gaan met elkaar om zo een realistisch weg uit te stippelen voor elk van onze leerlingen.

  • uitgebreide overgangsgesprekken plannen bij het einde van het schooljaar
  • 2 maal per jaar formele oudercontacten organiseren
  • openstaan voor informele gesprekken op vraag van de ouders
  • in de hogere graad kindgesprekken houden
  • co-teachend werken met de zorgleerkrachten
  • samen met de ouderraad activiteiten plannen
  • indien nodig 1maal per week, tijdens de middag overleg per graad organiseren
  • klasoverschrijdend voorlezen in de kleuterschool
  • externen in de mate van het mogelijke toelaten op de school (logo, kine, brugfiguren, Rodekruis……)
  • leesouders leesgroepen laten begeleiden
  • verbindende activiteiten zoals grootoudersfeest , kerstvieringen , paasvieringen organiseren
  • activiteiten mee laten begeleiden door ouders

Uniek

Iedere weg is UNIEK

Iedere weg is uniek , maar ook elk kind is uniek. Door oog te hebben voor ieders eigen talenten en mogelijkheden gaan we samen op zoek naar die unieke weg voor elk kind. De aandacht gaat uit naar iedereen en we trachten een optimale ontplooiing te verwezenlijken op maat van iedere kind apart. Zorgzaam gaan we op zoek naar de juiste oplossingen van ieder die aan onze zorg wordt toevertrouwd. Welbevinden en betrokkenheid vormen daarbij de leidraad in ons opvoedingsproject.

  • dagelijks welbevinden en betrokkenheid observeren en bijsturen
  • rustige ruimte op de speelplaats bij problemen
  • door brainstormen bij de kleuters thema ’s aanpassen
  • het 3/4 sporenbeleid toepassen
  • de zorgleerkrachten adequaat inzetten
  • individuele leertrajecten opzetten
  • aanpassingen invoeren om zo toch tot succeservaringen te komen
  • zorgmomenten in de klassen
  • interesse tonen in de kleine dingen die kinderen aanbrengen
  • speelplaats gebruik optimaliseren: van rustig naar actief … leeshoek … speelgoedkoffers … basket … voetbal … groene speelplaats … zandbak

Positief

OP WEG naar een POSITIEF ZELFBEELD

Doorheen ons opvoedingsproject willen we met een open houding en een warm leerklimaat  onze leerlingen een realistisch en positief zelfbeeld leren vormen. We proberen door te werken met een open houding  in een warm leerklimaat  stap voor stap met de leerlingen op verkenning te gaan. Als gemotiveerd team zullen we de leerlingen , soms met vallen en opstaan , begeleiden in hun groeiproces. Aan het einde van hun traject in onze school hopen we dat onze leerlingen naar buiten komen als jongeren die  zichzelf kennen en in zichzelf geloven.

  • focussen op het geven van complimenten
  • positief gedrag in de kijker zetten
  • zelfevaluatie op het rapport
  • de Kracht van 8 aanbrengen en verwerken
  • gebruiken van de Giraf en de Jakhals
  • werken aan een warme sfeer
  • zoeken naar eigen talenten en kwaliteiten
  • aanpassingen aan de leerstof zodat de leerlingen het positief blijven zien
    variatie in leerdomeinen

Eigenheid

Ieder volgt zijn EIGEN weg

Als team wakkeren we de ondernemingszin van onze leerlingen aan .We leren hen kritisch en nieuwsgierig te zijn . Met een brede kijk op de wereld laten we onze leerlingen.  hun eigen talenten ten volle ontplooien . We gaan  in onze school voor een harmonische ontwikkeling , gestoeld op het leerplan ZILL van het Katholiek onderwijs. Door het volgen van ieders talenten en mogelijkheden , volgt ieder ook zijn eigen weg.

  • KVS positieve kanten en talenten van de kleuters opzoeken
  • verantwoordelijkheid geven door groepswerk, klastaken, dieren verzorgen, tuin onderhouden , tutorlezen
  • “op de werf” de technische vaardigheden ontwikkelen
  • in 3-4-5-6 actualiteiten volgen op leerlingniveau
  • gedifferentieerd huiswerk aanbieden in weekcontracten
  • gebruik maken van ICT om zelf op zoek te gaan naar info

Respect

Op weg naar RESPECTVOLLE wereldburgers

We willen vooral jongeren vormen  die hun toekomstige wereld met respect benaderen. Jongeren die  met hun eigen identiteit  toch deel uitmaken van een groter geheel : een duurzame samenleving, waarin er respect heerst voor  alles en iedereen . Als Katholiek dialoogschool zullen we hiervoor teruggrijpen naar het geloof in het goede , net als Jezus.

  • sociale vaardigheden via de Kracht van 8 verduidelijken
  • de leerlingen hun eigen mogelijkheden realistisch te bekijken
  • via W.O lessen en project duurzaamheid benadrukken
  • deelnemen aan de actie Mooimakers
  • afvalbeleid concretiseren en uitvoeren
  • door de groene speelplaats besef laten groeien hoe waardevol een groen omgeving is
  • tijdens de techniek lessen veel materiaal hergebruiken
  • door deel te nemen acties als Welzijnszorg , Broederlijk delen , Kom op tegen Kanker……
  • aandacht besteden aan omgangsvormen tussen mensen

Verder op weg met een realistisch zelfbeeld, de nodige zelfzekerheid…

En dit samen met een rugzak vol kennis, vaardigheden en positieve herinneringen.

Visie tegen pesten

Onze visie over pesten en pestgedrag

Anti pestbeleid

Kinderen spelen met elkaar en daarbij komt soms eens ruzie voor. Ruzie maken en oplossen hoort bij het leven. Het is noodzakelijk dat en kind hier af en toe mee geconfronteerd wordt, zodat hij zich in zijn latere leven op gepaste wijze kan gedragen in groep, in de samenleving. Dit gebeurt met vallen en opstaan. Wanneer dit lerend gedrag overgaat in pestgedrag, spreekt men van een probleem.
“ Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen”

Plagen gebeurt spontaan, het duurt niet lang, is onregelmatig. Humor en aandacht vragen halen vaak de overhand. Bij dit ‘spel’ zijn de kinderen gelijk aan elkaar: niemand moet blijvend het onderspit delven. Plagen is niet altijd leuk, maar nooit bedreigend. Er is geen blijvende psychische of fysieke schade. Wat fout loopt wordt sneller rechtgezet.

Bij pesten is de dader sterker dan het slachtoffer. Het is dezelfde leerling die wint en dezelfde die meermaals verliest. Die laatste voelt zich eenzaam, verdrietig, onveilig.

Directe pesters vernederen, schelden, dreigen, maken hun slachtoffer belachelijk, schoppen, slaan, duwen, vernielen spullen,…
Indirecte pesters sluiten het slachtoffer uit met roddels en leugens. Ze zijn voorzichtiger, doen geniepiger.

PLAGEN… PESTEN…
Is onschuldig en ongeplandis doelbewust en gepland
is maar tijdelijkIs systematisch en langdurend
Gebeurt tussen gelijkenMet een duidelijk machtsverschil
is te verdragenGebeurt met het doel te kwetsen
Is vaak één tegen éénIs vaak een groep tegen één
doet iedereen wel eensGebeurt vaak door dezelfde
Een wisselend slachtofferDikwijls hetzelfde slachtoffer
Is vlug vergetenEen moeilijk herstel

Onder pesten verstaan we :

Alle vormen van lichamelijk geweld : slaan, schoppen, vechten,…
Uitsluiting van een medeleerling(e)
Gebruik van kwetsende en dreigende taal : spotten, uitschelden, afdreigen, roddelen, leugens verspreiden, vernederen,…
Beschadigen en/of wegnemen van het bezit van anderen
Kwetsende berichten of boodschappen versturen via pc, sms, msn, … ( cyberpesten)
Steaming ( een groep kinderen die een individu afdreigen, vernederen of intimideren totdat hij geld of een voorwerp afgeeft.
De basiskenmerken van pesten zijn:

Opzettelijk iemand pijn doen
Geen éénmalig feit maar regelmatig en voor langere periode
Steeds een ongelijke strijd waarbij diegene die gepest wordt zich moeilijk kan verdedigen omdat die niet kan of durft tegenover de pester(s)



Pesten komt op verschillende momenten en plaatsen voor zoals:

Tijdens de speeltijden
Tijdens uitstappen
Tijdens de lessen
Op weg van en naar school
Via pc of gsm

a) Van een gepeste leerling(e):

Vaak angstig en onzeker
Weinig zelfvertrouwen
Weet niet om te gaan met de agressie van anderen
Vaak afwezig en komt niet graag naar school
Zoekt de veiligheid van leerkrachten op
Heeft vaak klachten ( hoofdpijn, buikpijn,…)
Schoolresultaten gaan achteruit
Wordt dikwijls laatst gekozen in groepjes
Slaapstoornissen
Eetproblemen
Huilbuien of dwangmatig gedrag
….

b) Van een pestkop :

Beseft niet altijd wat hij anderen aandoet
Doet stoer en wil imponeren
Is vaak fysiek sterker dan zijn/haar slachtoffer
Wil zich ten koste van alles en iedereen bewijzen
Is impulsief en reageert agressief bij tegenwerking
Heeft een groot idee van zichzelf
Omringt zich met meelopers die zorgen voor zijn/haar aanzien
Is eerder gevreesd dan geliefd in de groep

a) Als je gepest wordt :

Aarzel niet, verwittig op de eerste plaats je leerkracht en praat erover met iemand in wie je vertrouwen stelt; vrienden, leerkrachten, ouders, directie,…
Door erover te praten sta je immers niet alleen en kan het probleem vlugger opgelost worden
b) als je ziet pesten :

Verwittig zo vlug mogelijk een volwassene op school die je informatie discreet zal behandelen
Wie pestgedrag signaleert is geen klikspaan maar neemt het op voor anderen
Probeer de gepeste duidelijk te maken dat je niet akkoord bent met het pesten
c) als je gevraagd wordt mee te pesten: – zeg duidelijk dat je niet akkoord bent met het pestgedrag

a) Als je vermoedt of verneemt dat je kind gepest wordt:
– Neem de tijd en luister naar het verhaal
– Leg zeker niet de schuld bij je kind, maar wijs het op zijn sterke kanten
– Verwittig de leerkracht en directie om samen naar een oplossing te zoeken

b) Als je vermoedt of verneemt dat je kind pest:
– Neem dergelijke vermoedens of mededelingen altijd ernstig
– Zeg aan je kind wat je vernomen hebt en luister kritisch naar zijn/haar verhaal
– Neem contact op met de leerkracht en directie

Kleuters ‘pesten’ niet. Echt pestgedrag begint pas op de leeftijd van 6 à 7 jaar. Hier maken we duidelijk een verschil tussen plagen en ruzie maken. We confronteren de kleuters met hun onaangepast gedrag ( onmiddellijk) en pakken dit ook aan!

Bij aanhoudend fout gedrag worden de ouders gecontacteerd. Kinderen moeten elkaar leren respecteren. Leerkrachten geven het goede voorbeeld en ook van ouders vragen wij een respectvol gedrag t.o.v. de kinderen, de leerkrachten en elkaar.
  1. Preventief:
    • Via lessen: direct in een thema ( verhalen, rollenspel, boeken,…), indirect tijdens gelijk welke les.
    • Deelnemen aan de “anti-pestweek” als thema in de school en ons zo profileren als een anti-pestschool
    • Toezichten heel efficiënt doen en zo pestgedrag voorkomen
    • Via eigen houding t.o.v. ruzie. De lichaamshouding is belangrijk dwz niet a priori beschuldigend maar een open houding en samen met de leerlingen zoeken naar een waarheid. Soms is het niet wat het lijkt!
    • Via klasafspraken die in het begin van het schooljaar in elke klas worden gemaakt!
    • Via klasgesprekken maken we het duidelijk dat de leerlingen altijd bij de leerkracht terecht kan!
    • Tijdens de middagpauze zijn er op onze vernieuwde speelplaats tal van mogelijkheden om zich op een creatieve, sportieve manier te kunnen ontspannen.
    • In de loop van het schooljaar worden heel wat gezamenlijk activiteiten georganiseerd met aandacht voor een goede groepssfeer ( sportdagen, daguitstappen, vieringen,…)
    • Lichamelijk en verbaal geweld wordt niet getolereerd. Leerlingen krijgen een time-out wanneer ze met opzet iemand kwetsen. Bij agressie krijgt de betrokken leerling een nota in de agenda. We leren onze leerlingen om bij overprikkeling correct te handelen en zich eventueel af te zonderen (rustige ruimte binnen of op de speelplaats). Klasgenootjes wordt geleerd om dit te respecteren.



    Aanpak bij kleine ruzies:

    • Zoeken hoe het in mekaar zit door middel van gesprekken.
    • Oogcontact zoeken en behouden
    • Niet betrokken leerlingen ( ramptoeristen ) wegsturen
    • Concrete afspraken maken om dit te stoppen
    • Het STOP-stappenplan toepassen (handgebaar dat STOP betekent. 1. Stop, hou daarmee op, dit vind ik niet leuk; 2.Heb je me niet gehoord? Hou daarmee op; 3. Als je niet ophoudt ga ik naar de leerkracht ; 4. Je gaat naar de leerkracht die toezicht houdt)
      – Leerkracht neemt alle meldingen ernstig en luistert



    Aanpak bij aanhoudende ruzies/pestsituaties:

    • Bij aanhoudelijke situaties wordt dit gemeld aan de leerkracht /vertrouwenspersoon
    • Leerkracht observeert de situatie gedurende een bepaalde tijd. Er wordt een herstelgericht gesprek gevoerd met beide partijen (eventueel met andere klasgenootjes) en de zoco en/of leerkracht.
    • De betrokken partijen luisteren naar mekaars noden en trachten een oplossing te vinden waar ze zich beiden in kunnen vinden.
    • Na een vooraf afgesproken termijn evalueren we samen de situatie



    Aanpak bij hardnekkige pestsituatie:

    • In deze situatie starten alle betrokken partijen gesprekken. Hiervoor gebruikt de school de methode van herstelgericht werken:
      Wat is er gebeurd?
      Hoe voel je je daarbij en hoe zou de ander zich daarbij voelen?
      Wat heb jij gedaan?
      Wat heb je nodig om dit op te lossen?
    • Wanneer de problemen een hele klasgroep betreffen, hanteren we de methode van “de ringaanpak”. Daarbij gaan de leerkracht en de zorgcoördinator via uitgebreide gesprekken en bevragingen de relaties en de rollen van de leerlingen in kaart brengen. De leerlingen krijgen elk een verantwoordelijkheid toegewezen om samen tot oplossingen te komen. Bij deze methode draagt ieder zijn steentje bij om tot een fijne groepssfeer te komen en wordt negatief gedrag door anderen meteen aangeduid en afgekeurd. De positieve groepsdruk werkt hierbij helend.



Bij alle ernstige situaties worden ouders steeds op de hoogte gebracht.
Bij het uitspreken van een “straf” worden alle personeelsleden hiervan op de hoogte gebracht alsook de ouders

Visie muzische rapportering

Dit rapport vertelt u niet de hoeveelste een leerling is.

Het vertelt evenmin hoeveel punten het ‘waard’ is.

Punten zeggen immers te weinig of niets over de muzische talenten, interesses en de muzische groei van de leerling.

Punten voor muzische vorming geven vaak ook geen correct beeld omdat ze het resultaat zijn van een zeer persoonlijke en subjectieve inschatting waarbij vaak geen objectieve criteria kunnen gebruikt worden.

Dit rapport schetst de leerling. Het geeft een muzisch beeld van de leerling. Dit in verband met bepaalde vooropgestelde doelen. Deze doelen bepalen wij telkens bij het uitwerken van de lessen muzische vorming. U vindt ze terug op het rapport, onder de activiteiten waarin ze geobserveerd en centraal gesteld werden. We vinden het ook belangrijk dat dit rapport aanzet tot muzische reflectie. Het rapport biedt ruimte om deze reflecties neer te schrijven.

Het rapport biedt een aanzet en kans voor de leerkrachten om het verdere muzisch proces met de leerling gerichter en bewuster te lopen.

Dit rapport vertelt hoe de leerling zich muzisch ontplooit. Hoe het met de muzische wereld omgaat, denkt, zich inzet, probeert, zoekt en  lukt.

De leerling doet wat hij kan….

Het hoeft ook niet muzisch perfect te zijn. Het mag en moet zichzelf zijn. Het hoeft geen kleine Picasso of Mondriaan te worden of te zijn.

Enkel dan zal het durven proberen, opnieuw beginnen, experimenteren, zoeken, grenzen verleggen en uiteindelijk… lukken. De leerling zal wat er in zichzelf leeft muzisch kunnen uiten via de muzische domeinen: beeld, drama, muziek, bewegingsexpressie en muzisch taalgebruik.

En als het succes ervaart…, zal het de kunst van het vliegen leren.

Zorgvisie

Elk kind dat onze schoolpoort binnenstapt is een uniek kind, met talenten, vaardigheden en eigenschappen die onze school rijker maken. Die talenten willen we laten schitteren, die vaardigheden willen we uitbreiden, zijn of haar eigenschappen willen we verbreden.
Soms heeft een kind ook minder sterke kanten, vaardigheden die moeilijk voor hem zijn, aspecten die misschien wat trager rijpen, aspecten die misschien anders dan bij leeftijdsgenoten ontwikkelen. Ook hier willen we oog voor hebben, hier willen we aandacht aan besteden, hier willen we mee zoeken naar oplossingen, hier willen we mee ondersteunen.

De zorgwerking is een gedeelde verantwoordelijkheid voor klastitularis, zorgleerkracht, zorgcoördinator en directie waarbij de klasleerkracht de spilfiguur is.
Om aan zoveel mogelijk noden tegemoet te komen, werken onze leerkrachten vaak gedifferentieerd ( zowel binnen- als buiten–de- klasdifferentiatie) en/of met het 3 of 4 sporenbeleid. Door te werken in hoeken en/of groepen zijn er veel meer kansen om gedifferentieerd of zelfs op maat te werken.
In elke klas zoeken we naar werkwijzen of aanpassingen die verschillen tussen leerlingen opvangen. Dit zijn verschillen in persoonlijkheid, in talenten, in achtergrond, in zorgvragen, in tempo, in interesse.

We baseren we ons hiervoor op resultaten en analyses van LVS-testen, maar zeker ook op dagelijkse observaties en evaluaties.

Onze klasleerkrachten staan geregeld stil bij hun manier van lesgeven en gaan in overleg met de kinderen, hun collega’s en de zorgcoördinator om zoveel mogelijk onderwijskansen te garanderen.

Dit overleg met de zorgcoördinator is structureel ingebouwd. ( na LVS afname of anders na een 6 tal weken).

Onze zorgleerkrachten zijn een absolute meerwaarde. Zij ondersteunen de klasleerkracht bij het observeren van de kinderen, bij het begeleiden van activiteiten en lessen, tijdens het aanbieden van de activiteiten en de lessen, bij het evalueren van vaardigheden en kennis.

Zij doen dit door met de klastitularis in gesprek te gaan en door als een co-teacher in de klas aanwezig te zijn of door aangepaste lessen met dezelfde leerinhoud te geven op een ander tempo.

Afhankelijk van de noden van de kinderen worden de zorguren over de verschillende klassen verdeeld. Er is 1 zorgleerkracht werkzaam in het kleuteronderwijs en 3 ( 1 per graad) in de lagere school.

Wij willen we graag in gesprek  gaan met de ouders: Komt hun kind graag naar school? Voelt het zich goed in de klas? Hoe ontwikkelt het zich? Wat zijn sterke kanten? Waar loopt het wat moeizamer? Maken de ouders zich ergens zorgen over? Hoe kunnen wij het kind het best helpen? Vele vragen waar we graag samen over praten en nadenken.
Om dit mogelijk te maken wordt er in het begin van het schooljaar een gezamenlijk oudercontact georganiseerd, voor de kerstvakantie een individueel oudercontact en voor de paasvakantie een tweede individueel oudercontact.
Daarnaast is het altijd mogelijk om als ouder een leerkracht net voor of net na de schooluren aan te spreken of kun je een mailtje  sturen. Ook als de klasleerkracht een vraag heeft, zal hij de ouders tussentijds aanspreken met de vraag om eens binnen te springen.
Vraagt het wat meer tijd ,dan nodigen we je uit voor een gesprek. Op onze vraag of op de vraag van de ouders kunnen er op dit gesprek nog externe partners aanwezig zijn zolals de CLB-medewerker, een logopedist, een kinesist,……….

De aanwezigheid van deze hulpverleners maakt het mogelijk om meer expertise in te schakelen.

Op deze wijze willen wij ervoor zorgen dat er voor onze kinderen geen ontwikkelingskansen verloren gaan en zetten we in op kinderen die op hun tempo, met hun kwaliteiten of eigenheden een fijne basisschooltijd beleven.

Meldpunt klokkenluiders

Wie kan melden?

Elke persoon die in het kader van een werkrelatie informatie heeft verkregen over inbreuken, kan een melding doen bij een meldpunt. Het gaat dan in de eerste plaats om werknemers, zowel statutaire als contractuele personeelsleden maar ook om anderen zoals sollicitanten, stagiairs en (onder)aannemers en leveranciers.

Leerlingen en hun ouders kunnen geen gebruik maken van de klokkenluidersregeling.

 

Ons meldpunt

klokkenluider@katholiekonderwijs.vlaanderen

Guimardstraat 1, 1040 Brussel

02 507 07 12